MEDEMBLIK – In 2017 is het 500 jaar geleden dat Medemblik onder beleg kwam van de Friese krijgsheer Grutte Pier (Grote Pier), Het hele jaar zal in en om Medemblik aandacht aan dit moment worden besteed. Medemblik Actueel zal 5 weken lang elke maandag uitgebreid aandacht schenken aan deze gebeurtenis.
En wie kan je daar beter voor vragen dan Medemblikker Ben Dijkhuis, Ben Dijkhuis weet zo ontzettend veel over de historie van Medemblik dat je niet om hem heen kunt. Speciaal voor Medemblik Actueel heeft hij in de geschiedenis van Medemblik en Grutte Pier (Grote Pier) voor ons op papier gezet en deze zullen wij vanaf vandaag elke maandag gaan publiceren.
Medemblik en Grote Pier (1)
Door ing. Ben Dijkhuis
Op 25 juni 2017 is het precies 500 jaar geleden dat er een bloedige aanval op de stad Medemblik plaatsvond door een leger van Friese opstandelingen en huurlingen in dienst van de Hertog van Gelre. Deze werd mede geleid door een woeste Friese krijgsheer, die bekend staat als Grote Pier (Lange Pier), of op zijn Fries: “Grutte Pier” of “Greate Pyr”.
De onverwachte aanval op Medemblik, waarbij de hele stad uiteindelijk in brand werd gestoken, had tot gevolg dat 1517 een regelrecht rampjaar voor de Raboudveste was en zal daarom door de Medemblikkers niet voor niets worden herdacht. Dit schrijven is de eerste van een reeks van vijf korte artikelen over Grote Pier en zijn moordlustige aanvallen in Holland, met Medemblik in het bijzonder.
Wie was deze Grote Pier?
De kwalificatie van zijn persoon tweeledig, die ook in de huidige tijd nog steeds van toepassing is. Voor de één was hij een terrorist, maar voor anderen, in het bijzonder de Friese bevolking, wordt hij juist beschouwd als een volksheld en een groot krijgsman tegen de vijandelijke Hollanders.
Er bestaan rond zijn persoon enkele historische beschrijvingen, maar ook meerdere verhalen en mythen.
Pier was rond 1480 geboren als Pier Gerlofs Donia in het Friese dorpje Kimswerd, een paar kilometer ten zuiden van Harlingen. Aanvankelijk was hij een boer die op de Donia-state van Kimswerd een boerderij runde. Dat wil niet zeggen dat hij zich niet met andere zaken bezig hield, dan het verbouwen van gewassen en het houden van vee. Het valt af te leiden dat hij in het verweer kwam tegen onrecht, en zich in dit verband nogal onbeholpen uitliet tegenover gezagsdragers.
De Friese schrijver Petrus van Thabor (1450-1527) die Pier goed gekend zou hebben, schreef in 1526 het volgende over hem (vrij vertaald):
“Een groot, zwaar man met grote ogen, brede schouders en een lange baard. Met een gruwelijk en zonderling voorkomen als hij kwaad was. Hij was grof en onbeholpen van spraak en voorkomen, want hij was geen groot spreker voor het gerecht of tegenover heren. Met zijn grove Friese manier om zijn doel te bereiken had hij altijd succes. Dat ging op zo’n logge wijze, dat hij bij alle aanwezigen de lachers op zijn hand kreeg. Hij was wreed en fel naar zijn vijanden toe, maar was redelijk van hart zoals dat een goed christen betaamt, want zijn mening was terecht.”
Verhalen en mythen
Er gaan nogal wat verhalen over Grote Pier de ronde. Hierin wordt zijn bovenmenselijke kracht beschreven, maar meestal hebben deze vertelsels betrekking op de periode van zijn gevechten tegen de Hollanders.
Zijn enorme kracht wordt vaak zwaar overdreven. Zo zou hij in staat geweest om munten tussen duim en wijsvinger te buigen en er wordt ook gezegd dat hij zo sterk was dat hij in staat was om een volwassen paard op zijn schouders te nemen.
Een eigenaardig verhaal, verklaart de naam van een plek in de omgeving van Kimswerd dat Fivefal (‘Vijfval’) wordt genoemd. Vijf mannen waren op zoek naar Grote Pier, kennelijk om hem uit te dagen en kwamen op een bepaald moment op het land van een boer, die aan het ploegen was. Een van de mannen vroeg aan hem of hij wist waar Pier woonde. De boer maakte de ploeg van het paard los en tilde het met één hand van de grond af. Hij wees ermee in de richting van zijn boerderij en zei: “Daar woont hij”, en terwijl hij de ploeg op de grond zette zei hij vervolgens: “En hier staat hij”. Daarop sloeg hij de vijf mannen één voor één tegen de grond, tegelijkertijd met het uitspreken van het woord “Val!”. Vanwaar de naam “Vijfval”
De daden van Grote Pier jaagde enorm veel schrik aan bij zijn vijanden. Zijn ego werd enorm versterkt door de bijnamen, waar hij erg trots op was: De Verwoester der Denen, de Wreker der Breemeren, de Aanhouder der Hamburgeren en het Kruis der Hollanders.
Er wordt gezegd dat hij ook zijn eigen wapenschild voerde, waarop een galg en rad stonden afgebeeld.
Zijn enorme zelfingenomenheid blijkt eveneens uit het verhaal, waarin wordt gezegd dat Pier zich een groot aantal titels toe-eigende: Koning van Friesland, Hertog van Sneek, Graaf van Sloten, Vrijheer van Hindelopen en kapitein-generaal van de Zuiderzee.
De verhalen rond zijn persoon zijn nogal gruwelijk, ten eerste van hetgeen dat hij met zijn zwaard aanrichtte. Vanwege de enorme afmeting van dit wapen zou hij meerdere tegenstanders tegelijkertijd hebben onthoofd.
In het Fries Museum in Leeuwarden ligt een 6,6 kg wegend zwaard van 2,13 m lang, een zogenaamde ‘Bidenhânder’, een wapen dat je alleen met twee handen kon hanteren. Van dit enorme zwaard wordt gezegd, dat deze van Pier was geweest en dat deze na zijn dood naar een familielid was overgegaan.
En dan is er nog zijn beroemde, of zoals u wilt beruchte sjibbolet (een zin die alleen goed uitgesproken kan worden door inheemsen van een bepaald gebied), dat hij gebruikt zou hebben om Friezen van de Hollandse opvarenden op de Zuiderzee te onderscheiden: “Bûter, brea en griene tsiis, hwa dat nette sizze kin, is gjin oprjochte Fries”. (Boter, roggebrood en groene kaas, wie dat niet kan zeggen, is geen ware Fries).
Omdat alleen Friezen deze zin goed en vloeiend konden uitspreken, vielen gevangen genomen Hollanders door de mand. Zij verloren vervolgens hun hoofd of werden overboord gegooid. De schepen van de vijand werden geplunderd, ingenomen of tot zinken gebracht. Dit terwijl sommigen van de overlevende opvarenden eraan waren vastgeketend.
Er wordt ook verteld dat sommige gevangenen, voordat ze overboord werden gezet, eerst met de ruggen tegen elkaar werden vastgebonden. Het is niet bekend wie de opbrengst van de plunderingen kreeg, maar er wordt verondersteld dat ze uiteindelijk aan Piers bondgenoot, de Hertog van Gelre zijn afgestaan.
Tot zover over de persoon van Grote Pier en de verhalen die over hem worden verteld. In de volgende aflevering zal ik eerst iets zeggen over de voorgeschiedenis, nog voordat Grote Pier in beeld kwam.
Waarom Pier de wapens tegen de Hollanders opnam, vertel ik in deel drie van deze serie.
Reageer